Op 14 december 2023 is het advies In dienst van de toekomst: van optimalisatie naar transformatie van de Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie (Awti) verschenen, met als belangrijke conclusie dat beleid voor innovatie zich meer moet richten op wat in de toekomst nodig is en niet langer het bestaande in stand houden.
Tegelijkertijd met de verschijning van het advies is ook de voorstudie Transformatiegericht innovatiebeleid verschenen die ik voor de Awti heb geschreven. Deze voorstudie vormde de aftrap van het adviestraject en was bedoeld om de raad behulpzaam te zijn bij de totstandkoming van de exacte adviesvraag, focus en aandachtspunten van het advies. Ik heb daarvoor enkele relevante termen geëxpliciteerd, ben ingegaan op de ontwikkeling van het innovatiebeleid in de afgelopen decennia en heb de belangrijkste dilemma’s geschetst rondom het huidige innovatiebeleid.
Uit een eerder advies van de Awti bleek al dat het huidige innovatiebeleid onvoldoende bijdraagt aan complexe maatschappelijke vraagstukken die gekenmerkt worden door grote onzekerheden en kennisleemtes. Tijdens de gesprekken die ik met experts op het gebied van maatschappelijke transities heb gevoerd, kwam een aantal spanningen naar voren die een belangrijke rol spelen in de discussie over effectief en toekomstig innovatiebeleid:
- Oplossingsgericht of opgavegericht?
Doordat innovatiebeleid veelal sectoraal is en maatschappelijke opgaven (daardoor?) onvoldoende als een geïntegreerd probleem worden gezien, bestaat het risico dat te weinig wordt nagedacht over lange termijn consequenties, over de sociale gevolgen van innovaties, en over veranderingen die in het systeem zelf nodig zijn. - Economische groei of planetaire grenzen?
Een vraag die tot veel discussie leidt, is in welke mate economische groei en materiële welvaart samen kunnen gaan met welzijn en welbevinden. Is het mogelijk binnen de ecologische grenzen van onze planeet economische groei te realiseren? - Wie bepaalt welke waarden richtinggevend zijn?
Bij het ontwikkelen van een visie en strategie om bewust maatschappelijke transities in te zetten, gaat het niet alleen om inhoudelijke complexiteit, maar ook om normatieve complexiteit. - Meer of minder?
De spanning over meer of minder gaat over de snelheid van handelen, de mate van verandering en om de vraag waar je meer of minder van wilt.
De voorstudie laat zien dat het stimuleren en faciliteren van maatschappelijke transities door de overheid complexe materie is. Een ‘quick fix’ – waarbij ongericht veel geld in maatschappelijke transities wordt ‘gepompt’, gehoopt wordt op technologische oplossingen en dit alles zonder transitiepijn – lijkt niet heel realistisch.
Kijk voor het advies en de achtergrondstudies op de website van de Awti bij In dienst van de toekomst.